Voeding voor konijnen


(bron: www.konijnen.nl)

 

Hooi

Hooi moet er altijd zijn. Een konijn moet 24 uur per dag zoveel hooi kunnen eten als het wil. Zonder hooi heeft een konijn geen goede spijsvertering, en op een gegeven moment krijgt het daar last van en wordt ziek.

 

Droogvoer is oorspronkelijk ontwikkeld voor laboratorium-konijnen en konijnen in commerciële houderijen voor vlees of bont. Deze konijnen moeten snel groot en op gewicht zijn en het droogvoer werd hierop afgestemd. Als je in de natuur kijkt, eten de konijnen geen droogvoer. Dus: veel groente en hooi, weinig droogvoer geven is een gezond dieet voor een huiskonijn.

 

Water

Water mag nooit ontbreken. Nog steeds gaat de fabel rond dat konijnen geen water nodig hebben. Dit verhaal stamt uit de tijd dat konijnen voornamelijk gras gevoerd werden. Gras bevat enorm veel vocht, waardoor de waterbehoefte van een konijn sterk vermindert.

 

De waterbehoefte is ca. 50 ml. per kg. lichaamsgewicht per 24 uur. Het ene konijn drinkt meer dan het andere, dit is ook afhankelijk van hoeveel groenvoer een konijn dagelijks krijgt. Hoe meer groenvoer gegeten wordt, hoe minder de wateropname zal zijn, dit regelt een konijn zelf. Een konijn mag nooit zonder water zitten, heeft het dier 24 uur niets te drinken gehad dan komt het in de problemen en ontstaat vochttekort. Door vochttekort kan een konijn ook stoppen met eten. Hierdoor komt het dier in een razendsnelle cirkel omlaag. Zorg er dus altijd voor dat de waterbak of waterfles dagelijks gevuld wordt met fris, schoon water. In oud water ontstaat bacterie-groei, waardoor een konijn ziek kan worden.

 

Droogvoer

Biks (groene korrels) geniet de voorkeur boven gemengd voer. Reden hiervoor is dat konijnen bij gemengd voer snel geneigd zijn om de lekkere gekleurde dingen uit het voer te eten, en de groene korrels uit dat voer te laten liggen. Maar hier zitten juist de waardevolle voedingsstoffen in, die een konijn nodig heeft. Nog een reden is dat gemengd voer veel koolhydraten bevat, en het geven van te veel van dit voer kan leiden tot blindedarmproblemen, met als gevolg de bekende kwaal van aangekoekte ontlasting. Van biks zijn verschillende kwaliteiten te koop, niet elk merk biks is goed. Meer info hierover is te vinden bij de voeranalyse op konijnen.nl.

 

Voer wennen

De eerste dagen moet een nieuw konijn precies hetzelfde eten als wat het gewend was! Dus dat het beste even goed navragen bij fokker, dierenwinkel of asiel waar het konijn vandaan komt. Vraag wat voer mee voor de eerste dagen. Zeker de eerste dagen doorgaan met dit voer te geven. Als je je konijn aan ander voer wilt wennen, moet dat heel geleidelijk gebeuren. Dus eerste dag een heel klein beetje nieuw voer bij het oude. Verder dan iedere volgende dag wat meer nieuw voer, en wat minder oud voer. Omschakelen moet in ongeveer 4 dagen gebeuren, mag langer duren, niet korter. Als het konijn geen hooi gewend was, dan dit wel gelijk gaan geven. Als er een nieuwe zak biks aangebroken wordt kan de samenstelling van de nieuwe biks iets verschillen van de vorige zak, en sommige konijnen kunnen hier heftig op reageren met diarree. Daarom kan door het laatste beetje oude biks het best een beetje nieuwe biks gemengd worden, zodat het maag-darmstelstel van het konijn kan wennen. Houd zoveel mogelijk vaste tijden aan om te voeren. Of je nou 1x per dag, 2x per dag of 3x per dag voert, probeer het op ongeveer dezelfde tijd te doen. Regelmaat is erg belangrijk. De hoeveelheid droogvoer voor een konijn zou 25 gram per kg. lichaamsgewicht per dag moeten bedragen. Een jong konijn tot de leeftijd van 6 maanden, mag naar behoefte krijgen. Een konijn van 6 jaar of ouder dat mager wordt, mag ook weer meer krijgen. Maatstaf voor de hoeveelheid te geven droogvoer is de mate van hooi eten. Laat een konijn het hooi staan of gaat het er minder van eten, dan krijgt het te veel droogvoer.

 

Groente opbouwen

Als je een jong konijn na een paar dagen (of weken) groente wilt gaan geven moet dat opgebouwd worden. Opbouwen is heel belangrijk om diarree te voorkomen. Het opbouwen van groenvoer gaat als volgt: de eerste dag 1 stukje (bijvoorbeeld) andijvieblad ter grootte van een postzegel. De keutels van de volgende dag afwachten. Als die rond en stevig zijn, kan die dag een stuk andijvieblad ter grootte van twee postzegels gegeven worden. Weer de keutels van de volgende dag afwachten, als die goedblijven de groente verdubbelen. Als de keutels goed blijven kunnen nieuwe groenten toegevoegd worden, op dezelfde manier, één voor één introduceren en de keutels afwachten. Zodra de keutels zacht worden is dat een teken dat de laatst toegevoegde groente (nog) niet verdragen wordt, die groente niet meer geven. Na verloop van tijd kun je opnieuw uitproberen of je konijn een heel klein stukje van deze groente verdraagt. Worden de keutels opnieuw zacht, dan deze groente nooit meer geven, je konijn verdraagt het niet. Wordt groenvoer niet opgebouwd maar ineens gegeven kan een konijn heel erg aan de diarree raken. Vooral jonge konijntjes kunnen hieraan sterven.

 

LET OP: Het opbouwen van groenvoer is ook belangrijk voor een oud(er) konijn dat geen groenvoer gewend was.

 

NB. Het is af te raden om maaltijden te laten bestaan uit grote hoeveelheden van 1 soort groente. Het beste kun je van ca 5 verschillende soorten groenten een klein beetje geven. Zo eet een konijn gevarieerd net zoals in de natuur, en is er minder kans op gasbuik. Meer soorten groenten en kruiden per voerbeurt dan 5 mag natuurlijk ook, als de hoeveelheid per soort maar klein blijft. Geen maaltijd basilicum, maar 1 takje. Geen bossen selderie, maar 1 takje. Geen maaltijd andijvie, geen maaltijd venkel. enz. Alle kleine hoeveelheden bij elkaar is toch een bak vol.

 

Voorzichtig met kool

Met koolsoorten moet je altijd voorzichtig zijn, daar kan en konijn heel snel gasvorming van krijgen. Wat ook weer dodelijk kan zijn. Dus van de koolsoorten beter alleen broccoli (heel weinig!), bloemkool (heel weinig!) en 's winters boerenkool geven. Op boerenkool zijn de meeste konijnen erg gek. Nogmaals: zoveel mogelijk gevarieerde groenten tegelijk geven, dus boerenkool enz. erbij en niet alléén maar.

 

Goede groenten

Voorbeelden van goede groenten om te geven zijn: andijvie, broccoli, venkel(heel weinig), bleekselderij(3 cm), selderieknol, koolrabi, witlof, veldsla, waterkers, boerenkool, paksoi, mosterdblaadjes, frambozenblaadjes, paardenbloemblad, wortel en het loof van wortelen. Voor erbij een takje peterselie, takje selderie. Er zijn in de natuur nog veel meer kruiden en planten die goed zijn voor konijnen. Jonge toppen van brandnetels bijvoorbeeld, een dag laten liggen om de brand eruit te laten gaan, zijn heel erg gezond voor konijnen. Wilde achillea is heel goed voor de spijsvertering, ook voor stoornissen. Wat wilde achillea iedere dag bij het groenvoer is geen slechte zaak. Weegbree kan met mate toegevoegd worden, (is erg eiwitrijk) omdat dit plantje een goede uitwerking heeft op de darmbeweging. Brandnetels zijn ook geschikt om gedroogd als hooi te geven, gemengd door het gewone hooi.

 

Slechte groenten

Groenten die niet gegeven moeten worden: prei, ui, bieslook, bonen, erwten, mais, vaste kool, spruitjes. Veel klaver geeft ook problemen, net zoals veel nat gras. Met de grasmaaier afgemaaid gras mag nooit gegeven worden in verband met gistingsgevaar (trommelzucht), geplukt, met de hand gesneden of geknipt lang gras mag wel gegeven worden.

 

Regelmaat

Groenvoer beter niet de ene keer wel, de andere keer niet geven. Beter òf helemaal niet, òf elke dag geven. Als een groentesoort een keer niet voorradig is, en het konijn heeft bijv. een week zonder moeten doen, begin dan weer met zeer matig geven om het maag-darmstelsel opnieuw te wennen.

 

Wortel

Het is voor veel konijnen niet goed om te veel wortel te eten. Er zit veel suiker in, en sommige konijnen krijgen hierdoor diarree. Een kleine wortel, of een paar plakken van een grote wortel per dag is voldoende. Geef liever winterwortel dan bospeen of waspeen.

 

Paardenbloemen

Pluk nooit paardenbloembladeren aan de kant van een weg, die zijn bevuild door uitlaatgassen. Let op dat er geen uitwerpselen van andere dieren liggen, dit kan bij je konijn(en) een wormbesmetting veroozaken. Let op dat niet in de buurt met gif gespoten is!

 

Fruit

Fruit mag alleen zeer matig gegeven worden i.v.m. met de suikers die het bevat. Teveel suiker kan grote darmproblemen geven. Dus per dag niet meer dan 1 aardbei of 1 kers, 1/8 appel enz. Fruit moet op dezelfde manier opgebouwd worden als groente. Een konijn mag appel, peer, banaan, aardbei, enz., eigenlijk alles wat hij lust, met schil en al. Maar met een klein stukje, beginnen! Geen appelpitjes, die zijn giftig. Banaan bevat veel kalium, een overmaat aan kalium kan hartproblemen geven. Slechts een paar keer per week een plakje banaan is dan ook meer dan genoeg.

 

Brood

Oud hard brood, wat konijnen heel lekker vinden, mag slechts met mate gegeven worden.

 

 

Links, tips & adviezen m.b.t. konijnen & knaagdieren: